Om heden en verleden te verbinden, vroegen we verschillende Rotterdamse kunstenaars om te reageren op een voorwerp en/of kunstwerk uit de Collectie Rotterdam. Dichter, schrijver en spoken word-artiest Derek Otte beet het spits af met een gedicht dat reageert op de Capitulatievlag Rotterdam (1940).
DE STAD, DE ZON, DE WITTE VLAGDRAGER
opgedragen aan Gerrit van Ommering
heen en weer gezwaaid vol overgave
aan het begin van een nieuwe dag
een bezemsteel en een beddenlaken
aan elkaar gemaakt als witte vlag
om te redden wat er te redden was
terwijl de zon begon te schijnen
op een bezette maar bestaande stad
die even later zou verdwijnen
de laatste strohalm, het zijden draadje
het zweet, de tranen, de spetters bloed
de schreeuw om genade mocht niet baten
de stad ging haar noodlot tegemoet
waanzin houd je met een vlag niet tegen
de zon brak op die dag niet meer door
de stofwolken na de bommenregen
het lag niet aan die sergeant-majoor
hij liep heldhaftig tussen de troepen
voor hij zijn wereld zou zien vergaan
hij bleef om mededogen roepen
maar het kwaad heeft daar geen boodschap aan
zo daalde het duister neer op een stad
die zoals het licht soms doet, verdween
maar die, zoals de zon na elke nacht
uiteindelijk toch weer verscheen, dus…
de witte vlagdrager is tóch gehoord
op die rampzalige dag in mei
want steeds als hier een nieuwe ochtend gloort
ligt zijn stad er ongenaakbaar bij
– Derek Otte